Terug naar nieuws uitDE gemeente Groningen

Twintig jaar PVHN: ‘We zouden overbodig moeten zijn’

De Partij voor het Noorden kwam, zag, scheerde langs de afgrond en overwon. De partij is groter dan ooit en viert haar twintigjarig bestaan. ‘We zijn nog steeds keihard nodig, helaas.’

'Calimeropartij', 'vaak somber', of: 'toon toch eens wat optimisme'. Leendert van der Laan van de Partij voor het Noorden heeft deze verwijten allemaal voorbij horen komen. En ja, de toon van Van der Laan is vaak scherp, stevig en confronterend. Maar het moet, vindt hij. ‘Het gaat hier niet zo geweldig.’
Waar komt die toon vandaan? Vader Van der Laan was bankier bij de Friesland Bank en zoon Leendert hoorde thuis vaak de ontsteltenis in de woorden van zijn vader. ‘Hij vond Groninger bestuurders wat angstig. Zóveel gas in de grond, en dan zo’n arme provincie. Hoe kan dat?’


De geboren Leeuwarder kreeg het al vroeg mee: het Noorden wordt stiefmoederlijk bedeeld en de boel moet vooruit getrokken worden. Wanneer Van der Laan de dertig nadert, ontmoet hij gelijkgestemden. ‘Vrijdenkers, allen met een grote interesse en liefde voor het Noorden. Via via leerde ik Teun Jan Zanen kennen. Later hield hij kantoor vlak bij mij om de hoek. In die tijd is het idee geboren een partij op te zetten.’


Op 4 december 2002 is het zover: de Partij voor het Noorden ziet het levenslicht. De oprichters: Teun Jan Zanen, Aleid Brouwer en Leendert van der Laan. De partij kaart vanaf het begin de negatieve gevolgen van de gaswinning aan.
Ook heeft de partij een visie over het platteland. ‘We wilden de landschappelijke waarden behouden, de karakteristieke vergezichten. Dat is niet helemaal gelukt’, zegt Van der Laan. ‘Ook landbouw was vanaf het begin een belangrijk onderwerp.’

Meer lezen over het ontstaan van de Partij voor het Noorden? Lees dan de rest van het artikel hier!