Partij vóór het Noorden: een keuze voor betrouwbare politiek
(Waarom de PvhN niet anders kon dan instemmen met PIP Eemshaven West)
In de politiek heb je voor- en tegenstanders. Het is net het normale leven. Soms is voor iedereen goed doen erg moeilijk. Zo was dat ook voor de PvhN met betrekking tot het agendapunt over de uitvoering van de uitbreiding van het aantal windturbines in Eemshaven West.
Wij moesten in de Staten beslissen over de vraag of Gedeputeerde Staten de wens uit 2014 van de toenmalige Staten, een uitbreiding van het aantal windturbines met 24 stuks, goed heeft ingepast in het Provinciaal Inpassing Plan (PIP). Een andere vraag lag niet voor. De volksvertegenwoordiging van 2014 (ook gekozen door de inwoners van Groningen) heeft zich toen uitgesproken voor deze uitbreiding en dat heeft geresulteerd in het 10 jaar lang ontwikkelen van dit plan.
Democratische meerderheid
Nadat een wens door een democratische meerderheid is aangenomen in de Staten, is het aan de gedeputeerden om deze uitvoering in gang te zetten. En dat kost inderdaad een hele lange periode en al die tijd zijn ambtenaren en bedrijven bezig met het plannen van uitvoeringen, aanbestedingen en het juist inpassen van deze wens en dat leidt uiteindelijk tot een uitvoeringsplan. Daarbij gaan deze partijen niet over één dag ijs. Er wordt met betrokken mensen gesproken, er wordt naar de natuur gekeken, er wordt naar aanvoerverbindingen gekeken en ook naar de afvoer en inpassing van in dit geval de elektriciteit. Er wordt een milieueffect rapportage (MER) gemaakt en uiteindelijk ligt er een inpassing hoe de wens van de Staten (2014) uit te voeren. Daar moesten wij een oordeel over geven en nogmaals, NIET over een NIEUW plan voor windturbines of een NIEUW windwingebied. Dan hadden we “nee” gezegd.
Democratisch besluit
De vraag of de huidige Staten de uitbreiding kan tegenhouden lag totaal niet op tafel. Er lag namelijk een democratisch besluit in 2014 om dat wel te doen. Als wij deze PIP hadden afgeschoten, dan moest er een aanpassing van dit plan of een nieuw plan geschreven worden.
De Partij vóór het Noorden is niet bang voor een claim (immers het is duidelijk dat er een claim volgt bij afwijzing en aanvaarding van het PIP). De PvhN moet enkel haar mening geven op de vraag die gesteld wordt: “heeft het college de opdracht uit 2014 goed omgezet in een PIP”? Linksom of rechtsom, er komt waarschijnlijk een claim; de rechter bepaalt of die claim terecht is of niet.
Het lijkt de PvhN ook niet juist om bij wisseling van de Staten (1x per 4 jaar) de wensen, vragen en democratisch genomen beslissingen van eerdere Staten telkens ter discussie te stellen. En ook niet om ineens wat anders te willen. Zo kan je geen beleid maken en weet niemand waar die aan toe is.
Vergelijk het met het bestellen van een nieuwe auto, aflevering over 26 weken. Op het moment dat de 26 weken voorbij zijn, zal het ook niet lukken om de gemaakte afspraak (zonder kosten) weer terug te draaien.
Tegen nieuwe windparken
Voor de duidelijkheid: de PvhN is tegen het plaatsen van nieuwe hoge windturbines op land. Tot 20 meter ashoogte (liever 15 meter) bij boerenbedrijven kunnen we accepteren. We zullen altijd tegen nieuwe windparken op het land stemmen. Bedenk echter wel dat het altijd democratische meerderheidsbeslissingen zijn. Er zijn nu eenmaal partijen die een andere mening hebben dan de PvhN en als die partijen gezamenlijk de meerderheid van stemmen in de Staten hebben zullen zij “winnen”.
Verder huldigt de Partij vóór het Noorden het principe “afspraak is afspraak”. Inzichten kunnen veranderen, maar afspraken die staan, staan. Daarin willen wij betrouwbaar zijn en blijven.
Dries Zwart
Voorzitter Statenfractie Partij vóór het Noorden.
