Opinie economie: Het Noorden doet pas mee als het beleid durft te kiezen - Statenfractie PvhN
Het Noorden doet pas mee als het beleid durft te kiezen.
Het Programma Economie 2026-2029 zet een stap in de goede richting, maar mist lef, maatwerk en menselijke urgentie.
Met het nieuwe Programma Economie 2026-2029 kiest de provincie Groningen op papier voor brede welvaart. Dat is een stap vooruit. Eindelijk staat niet alleen economische groei centraal, maar ook gezondheid, leefbaarheid en sociale samenhang. Er is aansluiting bij Nij Begun en het Nationaal Programma Groningen, wat kansen biedt om extra middelen naar de regio te halen. En er is aandacht voor innovatie en kennisontwikkeling essentieel voor de toekomst van een provincie die decennialang te weinig heeft geprofiteerd van haar eigen rijkdom.
Toch blijft de vraag hangen of dit programma meer wordt dan goede bedoelingen. De toon is hoopvol, maar de uitwerking te vlak. De economie van Groningen is geen eenheid. De verschillen tussen Stad, Eemsdelta en Oost-Groningen zijn groot, en juist daar ontbreekt scherpte. In de stad bloeit de kenniseconomie, maar in het Ommeland verdwijnen werk en voorzieningen. Wie brede welvaart serieus neemt, moet die ongelijkheid benoemen én verkleinen.
Daarom zou het programma een regionale verdelingsparagraaf moeten bevatten. Elk jaar moet zichtbaar worden hoeveel geld, projecten en banen in het Ommeland landen. Brede welvaart laat zich niet vangen in gemiddelde cijfers, maar in eerlijke kansen voor mensen die nu te vaak aan de zijlijn staan.
Ook het MKB komt er bekaaid vanaf. In het programma wemelt het van de termen als ‘deeptech’ en ‘ecosystemen’, maar de meeste Groningers werken niet op Zernike. Ze werken in bouw, zorg, haven of handel. Dat zijn de bedrijven die de lokale economie dragen. Zij hebben behoefte aan een provinciaal fonds dat innovatie en digitalisering ondersteunt zonder ingewikkelde subsidieprocedures of tussenkomst van Den Haag of Brussel.
Daarnaast stelt de provincie zich te bescheiden op richting het Rijk. Steeds weer staat er dat Groningen ‘aansluit bij nationale programma’s’. Alsof de regio moet wachten tot Den Haag ruimte maakt. Het Noorden heeft recht op meer dan aansluiten. Het heeft recht op een eigen agenda. Een noordelijke lobbyagenda waarin staat wat nodig is om het verdienvermogen eerlijk te versterken: investeringen in spoor, energie-infrastructuur, regionale fondsen en het oplossen van de netcongestie die nu groei onmogelijk maakt.
Want zonder stroom en kabels komt er geen enkel bedrijf bij. En zonder menselijk perspectief geen brede welvaart. Scholing en ‘een leven lang leren’ klinken mooi, maar voor wie na dertig jaar werken aan de kant staat, betekent dat vaak iets anders: “u bent te oud”. Economisch beleid moet ook ruimte bieden voor sociale banen, lokale werkprojecten en maatschappelijke ondernemingen. Waardigheid door werk is even belangrijk als innovatie door techniek.
De provincie wil meten of het programma werkt, maar de gekozen indicatoren zeggen vooral iets over aantallen projecten en bedrijven. Ze meten niet of mensen er beter van worden. Het zou veelzeggender zijn om te kijken naar besteedbaar inkomen, jeugdwerkloosheid en of jongeren hier blijven wonen. Pas dan weten we of brede welvaart werkelijk groeit of slechts op papier.
Een ander gemis is de aandacht voor landbouw en visserij. Dat zijn niet alleen sectoren van verleden en traditie, maar ook van toekomst en innovatie. Daar komen werk, landschap en identiteit samen. Juist hier ligt de kans om een nieuwe economische koers te verbinden aan streekverwaarding zodat de economische waarde van producten en grondstoffen uit een streek zoveel mogelijk in die streek zelf blijft.
De kloof tussen Noord en Randstad is niet slechts een statistiek. Ze is voelbaar in gezinnen die de maand niet rond krijgen, in ondernemers die geen aansluiting vinden op het stroomnet, in jongeren die vertrekken omdat er geen toekomst is.
Brede welvaart begint niet in een beleidsstuk, maar in het dagelijks leven van mensen. Als zij het niet merken, doen we iets verkeerd. Daarom moet de provincie durven kiezen. Niet volgen, maar leiden. Niet wachten op Den Haag, maar handelen voor Groningen. Alleen dan groeit het Programma Economie 2026-2029 uit tot meer dan papier: tot een motor van echte brede welvaart, waarin iedere Groninger voelt dat het Noorden weer meedoet.
Dries Zwart
Voorzitter Statenfractie Partij vóór het Noorden
